Over compassie en empathie wordt tegenwoordig veel geschreven. Hierbij verschillen de meningen afhankelijk van de gehanteerde definities bij de beide begrippen.
Echt contact ervaren
Alfred Adler schrijft in Mensenkennis (2016, Bijleveld Utrecht) over ‘gevoelsintuïtie’, een gave die volgens hem bij mensen zeer sterk is ontwikkeld. Volgens Adler is het “onmogelijk met een ander mens werkelijk contact te krijgen zonder zich in zijn toestand te verplaatsen, zonder aan te voelen wat er in hem omgaat” (pag. 60). Hij geeft vervolgens een aantal voorbeelden (pag. 61) waaruit deze gevoelsintuïtie zou blijken. Hierbij lijkt Adler geen verschil te maken tussen het kunnen meevoelen met andere mensen (compassie) en het kunnen invoelen in anderen (empathie).
Empathie
‘Empathie’ komt van het Griekse ‘em-patheia’, betekent letterlijk ‘in gevoel’. Het wordt in de volksmond gebruikt als ‘invoelen’ (het kunnen voelen wat de ander voelt) en ‘met de ander mee lijden’ als het een onaangenaam gevoel betreft. Het is letterlijk voelen wat de ander voelt. Je voelt voor het moment het plezierige of onplezierige gevoel zoals de ander dat voelt. Wanneer de ander vastzit in bijvoorbeeld een gevoel van hopeloosheid, kun je je zelf ook vast voelen zitten in dit gevoel. Je ervaart je dan niet meer los van de ander, je identificeert je met diens gevoel. Het onderscheid tussen de ander en jezelf wordt wazig.
Compassie
‘Compassie’ komt uit het Latijn. Hoewel de betekenis samenhangt met het Griekse ‘sympathie’, dat letterlijk ‘mee-lijden’ of ‘samen ondergaan’ betekent, verwijst compassie eerder naar ‘mededogen’, dat ‘mede ondergaan’ betekent en meeleven en ‘mee-voelen’ veronderstelt. Je bent verbonden met jezelf en je eigen gevoelswereld terwijl je met je aandacht en oprechte interesse bij de ander bent die eveneens verbonden is met zijn/haar eigen gevoelswereld. Je ervaart betrokkenheid, voelt en leeft met de ander mee. Je voelt niet letterlijk de vreugde of pijn van de ander maar je resoneert met de ander mee en voelt je eigen gevoel van vreugde of pijn.
Terwijl je luistert en waarneemt wat je voelt, besef je wat er in de ander omgaat en wat dit voor de ander betekent. Je kunt niet alleen cognitief het perspectief van de ander innemen maar ook gevoelsmatig. Je bent je er goed van bewust dat de ander iets voelt en dat jij mee resoneert. Je voelt wat jij zou voelen in een dergelijke situatie, niet wat de ander voelt. Er is een duidelijk onderscheid tussen de ander en jezelf.
Compassie leidt tot actie
Momenteel wordt er veel onderzoek gedaan naar het verschil tussen empathie en compassie. Onder andere door door Tania Singer, hoogleraar aan het Max Planck instituut te Leipzig. Uit haar onderzoek blijkt dat empathie mensen kan uitputten, kan leiden tot het nemen van verkeerde beslissingen en zelfs tot burn out verschijnselen. Terwijl compassie ertoe leidt dat mensen zich prettiger voelen en in beweging komen om anderen bij te staan. Meevoelen met de ander vanuit de wens dat het de ander goed gaat.
Professor Paul Bloom van Yale wijst in een artikel (Wall Street Journal, 2 december 2016) op de risico’s die er aan empathie kleven. Empathie kan leiden tot eenzijdigheid in oordelen en ook uitmonden in wreedheid en agressie. Bloom noemt compassie in veel gevallen nuttiger dan empathie.
Wanneer we verder lezen in Mensenkennis, zien we dat Adler de term ‘gevoelsintuïtie’ in verband brengt met ons aangeboren gemeenschapsgevoel. Hij noemt gemeenschapsgevoel een ‘kosmisch gevoel, een afspiegeling van de samenhang van al het universele dat in ons leeft’ (pag. 61). De band met het universele is volgens Adler ‘een onverbrekelijk deel van ons innerlijk en stelt ons in staat ons in te leven in de dingen die buiten onszelf liggen’. Zonder gemeenschapsgevoel, zonder ons onvoorwaardelijk verbonden te voelen met de wereld om ons heen, is er volgens Adler geen compassie mogelijk. Adler noemt als voorbeeld een kind dat dieren plaagt of martelt. Het kind zou volgens hem niet martelen als het de pijn kon meevoelen die het dier zou ervaren (compassie) en ook niet als het zich verbonden zou voelen met het dier (gemeenschapsgevoel).
Gemeenschapsgevoel en Compassie
Nu ontwikkelt ieder mens een eigen unieke levensstijl, met daarin een eigen wijze van zich verbonden, geaccepteerd, en waardevol voelen in relatie met andere mensen. Niet iedereen ontwikkelt een levensstijl met daarin de overtuiging ‘ik ben oké zoals ik ben, ik hoor er onvoorwaardelijk bij’. Veel mensen zijn onbewust gaan geloven dat zij er voorwaardelijk bij horen. Dat ze eerst iets te moeten doen of laten, eerst iets te moeten bewijzen of ervaren, voordat zij bij de groep horen waar ze deel van uitmaken.
Zonder zich hiervan altijd bewust te zijn, denken en handelen zij vaak op basis van hun eigen perspectief en op basis van wat zij denken te moeten doen in plaats van doen wat nodig is. Het perspectief innemen van de ander en meevoelen met de ander lijkt geblokkeerd wanneer mensen bijvoorbeeld geloven dat ze tekortkomen of te kort schieten.
Een voorwaardelijk gevoel van verbondenheid, kan daardoor de ontwikkeling van gemeenschapsgevoel en de ontwikkeling van compassie belemmeren. Terwijl nu juist dit vermogen tot meevoelen en meeleven ons in staat stelt ons echt verbonden te voelen met elkaar. Gemeenschapsgevoel en ons vermogen tot compassie versterken elkaar.
Gelukkig kunnen we als mensen ons bewust worden van belemmerende factoren in onze eigen levensstijl en leren hoe we met anderen mee kunnen leven. Onderzoek wijst uit dat we hierdoor milder, vriendelijker en behulpzamer worden. We houden meer rekening met andere mensen en zijn milder in ons oordeel over anderen en onszelf.
Ik help je daar graag bij.
Pauline Hofstra
Afbeelding door Baloo cartoons